Neem je werk mee naar huis

In de jaren negentig was werken een ding wat je erbij deed. Voor je het wist was je klaar met een studie en kon je ergens zonder problemen aan de bak. Ik zweefde van project naar project, van stad naar stad. In de trein zitten was geen enkel probleem, er was altijd wel een zitplek en de stiltecoupé bestond nog niet. Ik stak met regelmaat een sigaret op samen met mijn mederokers. Gezellig! We voerden gesprekken met elkaar, een enkeling die met zijn telefoon de aandacht afleidde. Werken was een hobby. Het was zeker interessant. Maar je verdiende er geld mee, zodat het huis betaald kon worden en je met vrienden naar feesten kon gaan. Of dat je het feest naar huis bracht. Ik lag nooit wakker van werk. Soms wist ik niet zeker of ik het wel goed genoeg deed, of ik mijzelf moest specialiseren in onderzoek of juist een brede generalist moest worden. Ach. We zagen wel weer.
Totdat ik 39 werd.

Ab fab darling
Vanaf dat moment veranderde alles om mij heen op het werk. Er was crisis, er moest bezuinigd worden. En een paar jaar later zat ik midden in een ‘reorganisatie’.

Een reorganisatie betekent dat heel Amsterdam op zijn kop wordt gegooid, leeggeschud en in een andere vorm wordt gegoten. Alle bestaande diensten verdwijnen, evenals de bestuurlijke kracht van de stadsdelen. Terwijl het gehele ambtenarenapparaat inclusief de gedetacheerde krachten van buitenaf, zich aan het voorbereiden zijn op drie nieuwe wetten. Deze gaan gepaard met enorme budgetten en belangen, de hele jeugdzorg met haar spectrum van opvoed- en opgroeihulp tot de meest ingewikkelde GGZ en LVB-problematiek Dan is er nog de Participatiewet, Passend Onderwijs en de middelen die overkomen uit de AWBZ. We moeten wijkteams inrichten, alles op elkaar gaan afstemmen en dat allemaal met minder geld en met minder mensen. En met een andere politieke kleur.

Tja.

Wut
Tegenwoordig droom ik op een zondagmorgen over een bijeenkomst waar ik mijn kennis over zwerfjongerenbeleid moet inbrengen, om collega’s te vertellen hoe lopend beleid hier niet onder mag gaan lijden en als voorbeeld kan dienen voor het invoeren van een nieuwe wet.
Ik word zwetend wakker.

Sinds wanneer is mijn werk mijn hobby geworden?

Katrien Vermeulen,

Reageren? Graag!

(Is alles ingevuld?)