Droomfiguren

SleepySlapen is een ding bij mij. Daar waar de een al lachend het bed inspringt zonder kleren en een geeuw later verwijderd is van een droomloze nacht, moet ik wat meer moeite doen. Ik heb het bijvoorbeeld continue koud. Mijn lijf schreeuwt om lagen stof, kruiken met heet water en minimaal twee dekbedden over elkaar. Dat versnelt het verwarmingsproces enigszins.

Vervolgens is er een gevecht gaande tussen mijn beide handen wie als eerste het boek moet vasthouden. Deze hand zet door tot ‘ie niet meer kan en de bevriezing bijna intreed. Vervolgens draai ik mij om zodat de andere opgewarmde hand het zware werk kan overnemen. Ondertussen voeren mijn voeten een dans uit rondom de hete kruik totdat mijn hersenen geen letter meer opnemen: dat is het juiste moment. Wekker op iPhone aan, licht uit, omdraaien op buik, schuif handen onder het lijf, wroet met hoofd in kussen en met een diepe zucht daal ik neder in de slaap. Misschien nog een draai de andere kant op. Maar dan ben ik weg.

De diepte in.

De eerste glasheldere droom die ik opschreef in een zwart notitieboekje wat naast mijn bed lag, ging als volgt.

‘Ik word achtervolgd door een boef. Ik moet vluchten zo hard als ik kan. Ik ren, maar mijn zolen plakken aan de grond. Ik zie een winkel. Ik verschuil onder de toonbank en probeer mijn adem die door mijn keel giert te controleren. Mijn hart fladdert. De boef komt de winkel binnen. Ik heb een mes in mijn handen. Ik weet dat ik moet reageren en ik sta op en steek het mes zo diep als ik kan naar binnen. Ik voel even de elastische weerstand van de huid, maar dan glijdt het naar binnen. Ik heb iemand vermoord.’

Heel gezellig, die dromen van mij. Gelukkig is het niet alleen maar wilde achtervolgingen, massa insecten plagen, wervelstormen en doden die weer tot leven zijn gekomen. Ik droom ook over prachtig intens kleurrijke schilderijen van kikkers, bloemen en vlinders. Ik was ooit een piraat op een schip en voer over woeste baren. Ik heb gevlogen, gezweefd door de lucht. Van de meeste dromen weet ik de betekenis voor mijzelf. Het helpt met verwerken van verdriet. En het is soms een wake-up call. Letterlijk.

Zo droomde ik vanochtend over de Grote Afwezige Man (GAM) in mijn leven. Ineens was hij daar weer. Als zombie, weliswaar. Maar toch. In de ochtend pakte ik mijn telefoon en drukte op zijn naam: pa. Hij nam op na een paar keer overgaan. Ik vroeg hoe het met hem was en hij zei: ‘nou, wel goed eigenlijk’. Ik bleef toch even doorvragen: ‘dus je gaat niet dood binnenkort?’ Nee, dat was niet het geval. Nou ja, het lopen ging wat moeilijk en naar de w.c. gaan was ook geen pretje. En toen vertelde hij over mijn studerende halfzus die de politiek in gaat! Trotsheid ging gepaard met dat ouderwetse gevoel van op achterstand staan. Als een kleine speldenprik. Gelukkig bleef de nieuwsgierigheid het volhouden en hadden we een fijn gesprek. Zo een waarbij we allebei weer iets meer wisten over elkaars leven.

Katrien Vermeulen,

Eerdere reacties

Reageren? Graag!

(Is alles ingevuld?)